Tekst van de 9ste HN lezing door Maggie Gobran |
Last modified: 17 September 2021 13:39:24 |
24 november 2007, Janskerk, Utrecht door Maggy Gobran (Mama Magie) uit Cairo, Egypte Liefde: Geven en VergevenIk wil iedereen hier bedanken dat ik met u samen Henri Nouwen’s leven mag herdenken. Ik wil Henri zelf bedanken voor zijn leven dat hij gaf als een goed voorbeeld voor iedereen. Ik wil de Heer danken dat wij mogen samen komen en dicht mogen zijn bij de “helden” in dit leven. Terwijl wij feestelijk Henri’s leven herdenken, beseffen we dat ook ons leven door zijn leven is geraakt. Daarom zijn we hier. Tenzij ons leven de zin en waarde heeft en waardering voor de echte liefde en geestkracht als waarom het Henri te doen was, is het verspild. Moge deze avond ieder van ons iets speciaals brengen van Henri en van God. In alle tijden heeft God de mens gezegend met enige “helden”. Ik denk dat Henri er één van was. We horen veel over Sint Augustinus, Sint Franciscus van Assisi, Sint Basilius de Grote 1), en Sint Jean-Baptist de La Salle 2). Sta me toe te spreken over “Sint” Henri omdat hij ook de leiding van Zijn geest volgde. Zij hadden allen gemeen een visie te hebben, die visie te koesteren en hun leven ervoor te geven. Graag zouden we het zelfde ervaren als zij deden. Graag zouden we al onze liefde geven aan iets waarin wij volledig geloven. Ik zou ieder van u willen vragen: Ziet u de visie voor uw leven ? Heeft u God ooit aanschouwt? Heeft u ooit God aangeraakt, zijn hartslag gehoord, zijn ademtocht gevoeld? God is zo nabij dat je de geur van zijn adem kan opsnuiven. Sta mij toe mijn ervaring van zo’n twintig jaar geleden met u te delen. Ik gaf les aan de Amerikaanse Universiteit te Cairo. Cairo heeft zeventien miljoen inwoners en is daarmee, in grootte, de derde stad in de wereld. Op de Amerikaanse Universiteit vond je de meest prestigieuze studenten, kinderen van de president, dochters en zonen van ministers, hoge ambtenaren en zakenmensen, ja, van de betere klasse en ik was er mee bevriend. Op een dag hoorde ik de stem van God: “Ik wil je opwaarderen. Je geeft les aan deze studenten, maar ik wil dat je naar een ander soort studenten gaat. Ik wil dat je gaat les geven aan de kinderen van de armste der armen”. Wat trof ik aan waarvoor Hij mij wilde opwaarderen? Ik vond God zelf, wachtend op mij. Bij mijn eerste bezoek kon ik niet geloven wat ik zag en aantrof alleen al door de vreselijke stank op en om de vuilnisbelten, waar duizenden wonen. Daar was geen schoon water, geen elektrische stroom, geen enkele voorziening, geen scholen, geen kerken, geen enkele vorm van onderwijs. Weer thuis bleef ik drie dagen en nachten op bed. Ik was echt ziek geworden door de stank. Ik liet alles achter om na te denken over die ervaring en God zei mij:“Je cadeautjes hebben ze niet nodig. Zij hebben jou nodig, jij, jezelf. Ga zelf en geef je tijd om naar hen te luisteren en naar Mij te luisteren en daar zal je Mij vinden.” Toen ik een jochie vroeg:”Wat is je droom, wat wil je in de toekomst gaan doen?” maakte hij met zijn handen een gebaar van: helemaal niets. Ik vroeg: “Maar waarom kan je geen droom hebben, waarom niet naar iets verlangen?” “Mijn vader was al een mislukking en ik ben er trots op zoals hem te zijn, helemaal niets. Ik deug in dit leven nergens voor” antwoordde hij. Ik kon niet geloven dat God dit kon toestaan. Wat zeggen wij tegen alle kinderen waarvoor wij nu zorgen: “Je kan het, je mag een droom hebben, je kan wel deugen, een toekomst hebben, ja, je kan het. Je bent niet alleen, je hebt de uiteindelijke macht in deze wereld aan je zijde, je hebt Jezus en dan kan je het.” Wat deed ik na mijn eerste bezoeken? Ik ging naar huis en deed twee dingen. Ik begon het evangelie te lezen en begon bij het begin. Ik besloot niet met lezen op te houden totdat ik enige echte antwoorden van God op mijn vragen zou hebben. Ik vond in het evangelie nieuwe hoop en nieuw licht. Ik ervoer in het evangelie Gods ademtocht. Voorts ging ik terug naar de arme kinderen. Steeds als ik hen bezocht, hielden ze mijn handen vast of met hun handen mijn armen. Als ik naar hen luisterde, hoorde ik in hun kleine harten de hartslag van God. Ik zag Gods beeltenis in het gezicht van iedere kleine verschoppeling. Telkens als ik hun een hand reikte, gaf ik God een hand. Als ik luisterde, hoorde ik Gods hart. Als ik een kind omhelsde, voelde ik me door God omhelst. Het kan toch niet anders dat ik dat gevoel en die werkelijkheid al mijn liefde geef. Wie ben ik God te mogen aanraken? Wie ben ik dat ik de koning van alle koningen mag dienen? Later ben ik gaan begrijpen dat de grote “helden” dezelfde gevoelens koesterden. Basilius de Grote schreef: “Het grootste deel van mijn leven heb ik verspild met het vergaren van kennis. Op een dag leek het wel of ik ontwaakte uit een diepe slaap” – en zo verging het mij ook – “en zag ik het licht van de waarheid: alle kennis en wijsheid van deze wereld is dwaasheid vergeleken met Gods wijsheid.” Basilius deed twee dingen: het evangelie lezen en begaf zich onder de armen. Ik geloof dat Henri Nouwen hetzelfde deed. Hij putte zijn inspiratie uit het lezen van het evangelie en ging leven met de behoeftige. Dat was voor mij een aanmoediging door te gaan. Ik vraag mijzelf af: waarom zijn mensen zo verbaasd dat ik de Amerikaanse Universiteit verlaat en me begeef onder de armste der armen kinderen? Ik denk omdat we vaak zo erg druk zijn met ons eigen wereldse leven. Maar in plaats van ons eigen verhaal te schrijven over onze liefde met de Geest, die voor altijd leeft, staan we toe dat de materiele wereld ons haar verhaal dicteert. Dat doet U en mij geen recht. Het brengt een misleidend geluk en leidt tot leegheid, eenzaamheid en dood, echte dood. Als ik zo mijzelf verlies, verlies ik werkelijk alles. Daar stop ik mee en neem mijn eigen leven serieus. Ik sta de wereld niet toe haar uitgangspunten en waarden mij op te leggen, wat je te vaak ziet gebeuren. Je ziet mensen bezit en rijkdom najagen en er van uitgaan dat hoe meer je hebt hoe zekerder je bent. Ik denk niet dat u het daarmee echt eens bent. De wereld geeft je de indruk dat je het laatste woord hebt als je maar voldoende te zeggen hebt, een goed netwerk hebt, goed opgeleid bent. Geloof je dat? De wereld vindt uiterlijkheid prachtig maar gaat voorbij aan de innerlijke schoonheid. Roem en bekendheid …neem de beroemde voetballer, hij heeft de hele wereld aan zijn voeten, iedereen slooft zich uit zijn wensen te vervullen en zo ook voor een filmster. De media zijn zo misleidend. Zo is het niet met God. In plaats van meer en meer rijkdommen te vergaren, is het geheim van Gods waardering gelegen in het geven. Als je jezelf kunt geven dan ben je innerlijk rijk. Geef en je zal gegeven worden. De kracht ligt niet in je geleerdheid of in je netwerk. De werkelijke kracht ligt in je vermogen te vergeven en mededogen te hebben. Echte schoonheid is niet gelegen in uiterlijkheid maar echte schoonheid is de pracht van je de geestkracht in je, van je oprechtheid en je dienstbaarheid voor anderen. Bekend of beroemd zijn zegt God niets en wat de wereld ook over je zegt, God ziet in je hart. Dat begreep Henri Nouwen en hij was een voorbeeld van iemand die de roem in de wereld opgaf om Gods waarden te aanvaarden. Waar ik telkenmale over na denk is over de vraag waaraan moet ik de waarden van het leven aan ijken, waaraan wat echt is in dit leven? We zijn in dit leven maar even, soms heel kort en dan gaan we weer. Wat blijft? Wat blijft is je geest, die verdwijnt nimmer. Wanneer je God in de ogen ziet, zie je je innerlijk en daarin vind je God. In Hem vind ik mijzelf. God is liefde, God is eeuwigheid en mijn geest is eeuwig in Hem levend. Ik ben niet langer dezelfde mens. Ik ben niet langer onderworpen aan wereldse wetten. Ik ben niet afgunstig wanneer mijn naaste meer succes heeft dan ik. In tegendeel ik voel me er gelukkig mee, want zijn succes is mijn succes. We zijn allen mens, we zijn allen geest. Ik voel me niet bedreigd door de macht van mijn naaste. Ik voel me gesterkt doordat mijn naaste in zijn leven iets werkelijk goeds doet. Zijn rechtvaardigheid zal voor mij een zegen zijn en zo zal mijn rechtvaardigheid, eerlijkheid en trouw een zegen voor anderen zijn. Wat van de hemel je is gegeven, is je gegeven en kan niemand je afnemen. Ik bid dat een ieder die God kent weet dat we geen bedreiging voor elkaar zijn, maar in tegendeel dat we elkaar liefhebben want in de ander zie je God en dat is de God van wie je van houdt. Omdat ik dat in je zie, houd ik van je en houd jij van mij. Niet vanwege jouw of mijn uiterlijkheden of wat over jou of mij wordt gezegd, maar omdat ik in jou en jij in mij de liefde en de geest van God zie, houd ik van je. In die liefde en in die geest zijn we onsterfelijk en leven we eeuwig. Maar praktisch: waar gaat echte liefde over? Voor mij is dat samen te vatten in twee woorden: geven en vergeven. Ik vind in geven het echte geheim liggen van geluk. Ik zag eens een jochie, uitgehongerd; hij had niets gegeten de hele lange dag, 24 uur niets. Ik gaf hem een stuk brood. Hij nam het aan, brak het en gaf de helft aan zijn zusje. Van hen leerde ik van het geheim van geven. Wat ik heb, is niet het mijne. Wie zegt dat; de wereld? Wel de wereld staat niet met je voor de hemelpoort op een dag. Geloof dat maar echt niet. Wat je hebt, behoort Hem toe. Als je wilt investeren, doe dat door weg te geven en op een dag zul je terug ontvangen. Het gaat er niet om hoeveel je hebt, maar om hoeveel je geeft. Hoeveel mensen hebben er iets aan dat jij wat hebt ? Dit geldt in alle tijden. De meest zich ontwikkelende gebieden in het Midden Oosten zijn de golfstaten, vooral Dubai. Waarom ontwikkelt zich dat zo snel? Toen daar zestig of zeventig jaar geleden olie werd gevonden besloot de prins van Dubai als eerste en anders dan andere Arabische leiders, de opbrengst niet geheel voor zich en zijn clan te houden. Hij besloot 50% voor zijn clan te houden en 50% weg te geven, waarvan 25% voor voorzieningen ten algemene nutte en 25% aan het volk. In plaats van van het volk te nemen, besloot hij aan het volk te geven, wie ze ook waren. Nu is Dubai een van de meest welvarende gebieden in het Midden Oosten. Hij gaf en hij ontving. Je mag alles van vanavond vergeten, maar onthoud een ding: geven is je beste toekomstige vriend. Het tweede aspect van liefde is vergeven. Ik zag een meisje, Mary. Zij weigerde te spreken, geen woord voor iemand. Ik voeg haar; “Hoe heet je”? Zij antwoordde niet. Later nodigden we Mary uit voor onze opleiding waar zij iets kon leren met haar handen te doen. Daar vond zij liefde, zorg en respect. Langzaam hervond zij eigenwaarde en eerbied voor zich zelf. Toen ze drie jaar oud was, had ze moeten toezien hoe haar vader haar moeder had omgebracht. Sedertdien had zij niet meer willen spreken en communiceren met de wereld om haar heen. Op de opleiding ervoer zij geliefd te zijn, leerde zij te vergeven en een jaar later kon zij Jezus aanvaarden en wist zij te vergeven. Toen ik haar laatstelijk zag zei de lerares: “Mama vraag Mary alsjeblief wat rustiger te zijn, ze praat de hele dag, ze loopt te zingen, te dansen en is zo blij, want ze weet te vergeven.” Mary had niets te verliezen, maar maakte liefde tot werkelijkheid. Niets van de wereld kan je werkelijke liefde geven. Al het materiele gaat verloren en heeft geen enkele betekenis in het geestelijk leven. Wanneer je kleding wegvalt, wanneer je vrienden verdwijnen, wanneer je goede naam in stukken op de grond valt, wanneer je vertrouwen wegebt, wanneer je gezondheid afmeent, wanneer je alle hoop verliest, dan heft God je hoopvol in zijn armen. Wanneer God verschijnt, begint liefde. Wanneer je niets meer hebt, wordt God alles. Henri Nouwen zei het wat anders en zo mooi: “Wanneer er niets meer te verliezen is, wordt geestelijke kracht gevonden.” Leef niet angstig: jij bent geest van Zijn geest voor altijd en immer. Het best wat ter wereld gekend kan worden is zelfkennis. De beste overwinning is de overwinning van eigen zwakheden. De grootste held in de hele wereld is niet op de televisie te zien maar ben jij wanneer je toelaat wat God je in jouw leven geeft. Dat staat voor altijd in de boeken. Tot slot. Toen ik een meisje van een jaar of zeven of acht was en op de lagere school was liep ik over het speelplein en opeens sprak een zonnebloem mij aan. Voor een paar dagen liet ik iedereen alleen tijdens de pauzes en ging ik naar die zonnebloem, maar wellicht begreep ik niet wat die mij te zeggen had. Vijftig jaar later kwam ik hier in Nederland op bezoek en logeerde ik bij vrienden thuis. Ik had wat tijd om in de boeken van Henri te lezen en begreep dat de zonnebloem voor Henri een bijzondere betekenis had. Wat gebeurde er? Even later kwam er een man en zijn vrouw op bezoek. Ik zag ze voor het eerst en wat gaven zij mij: een zonnebloem! Zij wisten niet dat Henri eigenlijk door die zonnebloem met mij sprak. Ik ben die man en zijn vrouw dankbaar dat ergens zij Henri’s geest en richting volgden. Vanavond is die man hier alsook in geest zijn inmiddels overleden vrouw en wil ik hem geven wat hij mij gaf, alsjeblieft… (MM geeft een zonnebloem aan de bedoelde man die zich onder haar gehoor bevindt) 1) Ik geloof, met God kunnen we nooit falen, nooit, zonder God, kunnen we nimmer slagen. Henri’s leven indachtig weten wij eens voor God te zullen staan. Dan zullen we allen samen zijn en uw geest zal verheerlijkt worden alsook al wat je in je leven deed. Nu zijn we op de reis daarheen, op een generale repetitie voor het werkelijke leven. Vanavond denken we alle kleine dingen die we graag zouden doen, klein maar met grote liefde. Wat is het? In het geven of het evangelie lezen? Als we Henri echt indachtig willen zijn dan willen we graag iets geven. Neem een moment stilte en denk ik wil iets nieuws in mijn leven, nieuwe hoop, een nieuwe gave waarmee ik op een dag voor God zal staan. Ik wil iets verheerlijken: liefde, geven en vergeven. Denk er eens over. Als je 10% uit barmhartigheid weggeeft, geef dan 20% of 15% of zoveel als God je ingeeft. Maar maak het vanavond tot fundament van je leven om iedere dag een hoofdstuk meer uit het evangelie tot je te nemen. Zie dan hoe het over een jaar zal zijn. Laten we even stil zijn in dankbaarheid voor Henri, voor het leven van de vrouw van de man maar voor alles voor God……. Noten van vertaler. De vertaling is vrij en wijkt soms af van de letterlijke tekst. De uitgesproken Engelse tekst, is elders op www.nouwen.org te vinden. 1) elders in de nieuwsbrief vindt U iets geschreven over Basilius 2) idem 1) over de La Salle 1) de in deze passage tijdens de lezing genoemde namen zijn in deze weergave geanonimiseerd |